Gran Tarajal#2
Dramatisch. Pure ellende. Een garantie op schade.
Ik kon me er nooit iets bij voorstellen. Ik ken de haven van Gran Tarajal alleen als een goed beschut, veilig thuis voor mijn boot. Ik heb gezien hoe de boten erbij lagen bij storm. Niks om me zorgen over te maken. Maar ik had dan ook nooit een storm uit zuidelijke richting meegemaakt.
Afgelopen weekend zou mijn boot het water uit gaan. In drie a vier dagen zou er een nieuwe laag antifouling worden aangebracht en zou het polyester van de boot opnieuw in de was worden gezet.
Zou.
Er gaan hier dagelijks boten het water in en uit. Niks bijzonders zou je denken.
Een gezonde bureaucratie denkt daar anders over. Dit soort beslissingen kan je niet op lokaal niveau nemen. Hier moet je de zwaargewichten van de centrale havenautoriteit in Las Palmas (op het buureiland Gran Canaria) voor inschakelen.
Die hebben het dus vrij druk. Vorig weekend was de toestemming nog niet binnen. De boot mocht dan ook niet het water uit.
Maandag begon het weer te veranderen. Het ging harder waaien en de lucht betrok. En… de wind draaide naar het zuiden – iets wat hier zelden gebeurt.
De voorspellingen beloofden weinig goeds. De komende 5 dagen zou het gaan stormen. Uit het zuiden. Als de boot niet snel het water uit zou gaan, zou de storm het de komende dagen onmogelijk maken. Dan zou het vanwege de harde wind veel te gevaarlijk zijn.
Gelukkig hadden de bureaucraten een goed gevoel voor timing. Maandagmiddag was de toestemming binnen. Bovendien was de wind even gaan liggen. Het moest dus lukken om voor de storm het water uit te zijn.
Om vijf uur ’s middags zou het gebeuren.
Om tien voor vijf lag ik in de “bak” waar de grote kraan de boot uit zou hijsen.
Om half zes meldde de kraanmeneer dat ik nog even een uurtje moest wachten. Hij ging nu effe een bakkie koffie doen. Prima, een uurtje wachten is geen probleem. Als ik vandaag maar het water uit ga. Morgen zou het echt hard gaan waaien.
Om zeven uur scheurde kraanmeneer voorbij. Niet in zijn kraan, maar in een heftruck. Kratten vol verse vis stonden op de vork van zijn truck gestapeld.
“No esta possible hoy,” schreeuwde hij me in het voorbijgaan toe. En weg was hij alweer. Daar kon ik het mee doen.
Een paar meter verderop waren net twee vissersschepen afgemeerd. Boordevol vers gevangen vis. Die moest zo snel mogelijk de koeling in. Het lossen van de schepen zou zeker nog twee uur duren. Daarna zat de werkdag er op.
Een uur later lag ik dus weer op mijn vaste plek in de haven. Nu maar hopen dat het morgenochtend niet te hard waait om de boot naar de kraan te varen en veilig op de kant te zetten.
Slapen op zee lukt mij de eerste drie dagen van een tocht zelden. Je moet echt heel moe zijn wil je op een alle kanten op rollende kermisattractie in slaap kunnen vallen. Het is andere koek dan het in een haven liggen. Dat is heerlijk. Dan word je liefelijk door de zacht klotsende golfjes in slaap gewiegd.
Maar niet bij stevige zuidenwind in de haven van Gran Tarajal.
Ik heb maandagnacht misschien twee uur geslapen. Het was alsof de boot aan een midden op zee liggend ponton was afgemeerd. Alles piepte en kraakte. Het ponton en de boot beukten de hele nacht woedend op elkaar in. De landvasten rukten woest aan de boot. Alles wat loszat, knalde lawaaiig van de ene naar de ander kant van de boot. Ik ook. In mijn kooi.
De volgende ochtend was de wind wat afgenomen. Zo moest ik de boot nog wel veilig op de kant kunnen krijgen. Volgens het weerbericht zou het de volgende dag pas echt gaan stormen. Of vandaag eruit, of pas over een kleine week.
De storm te water uitzingen, was geen aantrekkelijk vooruitzicht. Een paar boten hadden de afgelopen nacht schade opgelopen. Van een ponton was de verbinding met de wal gebroken. En de komende dagen zou het nog veel harder gaan waaien.
Ik moest de boot eruit krijgen.
Met de kraan/heftruckmeneer was het snel geregeld. Geen probleem. De Kairos kon er die ochtend nog uit.
Terwijl ik bezig was alle extra landvasten lost te maken die ik de afgelopen nacht had gebruikt om de boot op haar plek te houden, kwam de havenmeester langs.
Waar ik mee bezig was?
Nee, geen sprake van uit het water halen! Veel te gevaarlijk. Voorlopig is dat verboden. U blijft liggen waar u ligt.
Voor dit soort beslissingen was dan weer geen toestemming van Las Palmas nodig.
Balend kon ik alle landvasten weer vastzetten. Het zag er naar uit dat ik de komende dagen kon oefenen met het “slapen op zee.”
Om vier uur ’s middags ging de wind liggen. De werkdag van de havenmeester zat er al lang weer op. Van acht tot een regeert hij over de haven. Daarna laat hij het rijk aan zijn secondanten, de veiligheidsmensen. De dienstdoende veiligheidsmeneer was bereid mij toestemming te geven als de kraan/heftruckmeneer het veilig genoeg vond.
Dat vond hij. Om zes uur stond de boot op de kant. Hallelujah!
Die nacht vloot de wind met 35 tot 40 knopen langs de mast (windkracht 8 tot 9). Zo levendig als de boot de vorige nacht was geweest, zo doods was zij nu. Heel plezierig.
De volgende dag bleken nog meer boten stevig te zijn beschadigd. Nog eens drie pontons waren gebroken. Golven rolden door de haven. Masten zwiepten wild van de ene naar de andere kant. Ik was geen moment te vroeg de kant op gegaan.
Inmiddels ziet de boot er as nieuw uit. Vrijdagmiddag ging de storm liggen. Die avond ging de boot weer te water.
Gisteren heb ik groot inkopen gedaan. Zes dozen met eten (voornamelijk blikvoer), 40 liter water, 12 liter lang houdbare melk, 12 liter sinaasappelsap, en 1 liter van de allergoedkoopste sterke drank zijn door de supermarkt op mijn ponton afgeleverd. Inmiddels is alles netjes opgeborgen.
Morgen vertrek ik. Eindelijk zeilen! Eerst een klein stukje naar het uiterste zuiden van Fuerte Ventura, Morro Jable. Dan dinsdag door naar Las Palmas. Daar moet ik nog even de accus vervangen. En dan… dan is alles klaar voor de oversteek naar de Kaapverden!
Hopelijk zal die allergoedkoopste sterke drank van de supermarkt dan vaak worden gebruikt. Niet voor eigen consumptie, maar voor de vissen - de tijdens de tocht gevangen vissen. Een beetje sterke drank in de kieuwen schijnt de ideale verdoving te zijn voor wild spartelende vissen. Ben benieuwd of de alcohol ook te proeven zal zijn in het feestmaal dat op de vangst zal volgen.