Gran Tarajal

09-12-2013 11:39

 

Het is niet echt. Over een paar dagen is het alweer voorbij. Dan moet ik weer naar huis. Net als de andere passagiers van de Transavia vlucht die mij een week geleden naar de Kanarische Eilanden bracht.

 

Niet helemaal logisch dus om vrijwel al mijn tijd te besteden aan het in optima forma krijgen van mijn boot.

 

Ik ben er helemaal doorheen gegaan. Alles wat geen duidelijk nut had, is weggegooid. Alles is schoongemaakt en opgeruimd. Stagspanners zijn in de olie gezet. Alle lieren heb ik uit elkaar gehaald, grondig schoongemaakt, opnieuw in het liervet gezet en weer in elkaar gezet. Alleen dat kostte me al ruim een dag. En toen nog een halve, omdat ik ontdekte dat ik een paar "piefjes" in vet had gezet, terwijl die nou juist absoluut NIET in het vet mochten worden gezet. Alle lieren moesten dus opnieuw uit elkaar worden gehaald. De piefjes moesten worden ontvet, schoongemaakt, en geolied. En toen moest alles weer in elkaar worden gezet. Zo houd je jezelf lekker bezig.

 

De dinghy is opgepompt en was na twee dagen nog hard. Geen lek. Goed schoongepoetst, weer laten leeglopen en netjes opgeborgen. De buitenboord motor doet het weer. Ook dat kostte me een dag. De nieuwe windmeter is op de top van de mast geïnstalleerd. De dieselmotor is weer klaar voor actie. Ik heb voldoende reserve motoronderdelen ingekocht. Alle stagen zijn gecheckt en in orde bevonden. De zeilen zijn gerepareerd. Ik heb een regenwater-collectie-systeem in elkaar geflanst: een 5 liter waterfles waar de bodem uit is geknipt, kan als een trechter onderaan de giek worden gehangen, tegen de mast aan; uit de opening van de fles loopt een stuk tuinslang naar de watertank. Door het uiteinde van de giek wat hoger te zetten en het grootzeil een beetje te laten zakken, wordt het zeil een grote zak waarvan het laagste punt bij de verbinding tussen de mast en de giek zit.  Zo stroomt het regenwater naar mijn trechter. Met mijn nieuwe systeem zou ik midden op zee bij regen mijn watervoorraad moeten kunnen aanvullen.

 

Ik heb nieuwe gasflessen gehaald. Voldoende om zo’n 2 maanden mee te kunnen koken. Bij de lokale vissers-speciaalzaak heb ik een harpoen gekocht. Van ervaren oceaanzeilers begreep ik dat die erg handig is om met de hengel (die ik al heb) gevangen vissen aan boord te krijgen. Als je de vis vlak voor het binnenhalen niet aan een harpoen of andere spies hebt geregen, schijnt hij vaak van de haak te glippen. Nu zou ik mijn trans-Atlantische dieet dus met versgevangen Dorade en Tonijn moeten kunnen aanvullen.

 

En dan heb ik nog allerlei volstrekt oninteressante pietluttigheidjes aangepakt die ongelooflijk veel tijd kostten. Gillend druk dus. En nog is niet alles gedaan. Vandaag gaat de boot het water uit. De komende dagen wordt het onderwaterschip in een nieuwe laag anti-fouling en het bovenwaterschip in een verse laag was gezet. Verder worden de accu’s vervangen. Eind van de week zou dat allemaal gebeurd moeten zijn. Dan kan de boot weer het water in. Dan nog even blikvoer voor twee maanden en zo’n 50 liter drinkwater inkopen. En dan...

 

Dan ben ik er klaar voor. Eerst de oversteek naar de Kaapverden, ergens in de tweede helft van december. En vervolgens, begin februari, de droom die ik al meer dan tien jaar droom: in mijn eigen boot de Atlantische oceaan overzeilen.

 

Zou het dan echt gaan gebeuren?

 

Ik zit nog in de acclematiseringsfase. Ik ben nu al een week lang met de boot bezig zonder ook maar een mijl te hebben gevaren.Vandaag gaan de trossen voor het eerst sinds maanden los. Een tocht van een paar honderd meter naar de lift waarmee de boot uit het water wordt gehesen. Maar er wordt gevaren. Weer een stap verder in het grote acclematiseringsproces.

 

Langzaam maar zeker groeit het besef dat het echt gaat gebeuren. Een onwerkelijkheid die werkelijk wordt. Heerlijk!